Op woensdag 12 oktober zijn Toon, Tim, en ik helemaal naar het centrum gewandeld voor een evenement van het Food Festival. Er was een cocktail competition, maar het wandelen duurde langer dan verwacht (deels omdat we zoveel aan het babbelen waren dat niemand op de weg lette en we plots beseften dat iedereen de anderen aan het volgen was en we zo Albert Square al lang voorbij gelopen waren) en toen we er eindelijk waren, was de competitie zelf al voorbij. We hebben dan maar gewoon iets gedronken in de tent van het evenement, samen met Ferdinando, Selina (een Duitse vriendin van Ferdinando) en een Spaanse vriend van hen, die daar al eerder waren. Vooral Toon heeft zich toen heel goed geamuseerd, met dank aan de bierviltjes (coasters) van Bacardi, ontworpen zodat je ze in elkaar kan schuiven en er constructies mee kan maken. Toen we naar huis gingen, wou hij zijn creatie (een soort dinosaurus) meenemen, maar die was iets te groot, dus besloot hij om ze uit elkaar te halen en thuis te herbouwen. Zijn bouwplan werd iets ambitieuzer toen hij en Tim besloten àlle coasters van alle tafeltjes mee te nemen (en in mijn handtas te proppen) naar huis. De volgende dag stond er plots een schaalmodel van de Tower Bridge ten huize Milverton. Twee dagen later, na een uit de hand gelopen weddenschap met Martina, een toren van Pisa.
Op 15 oktober was Sara jarig en was iedereen uitgenodigd om dat te vieren in een Indisch restaurant op de Curry Mile. Naast Sara, waren onder andere Mimi, Ferdinando, Selina, Mirko, Toon en ik er. Het eten was lekker, maar héél spicy, en de televisie met hilarische videoclips in Bollywood-stijl zorgde voor de gepaste achtergrondmuziek en sfeer. De maaltijd werd afgesloten met een aardbei cheesecake die een van Sara’s vrienden had gebakken.
De volgende dag, zondag 16 oktober, gingen Toon, Joy, Sara, Mimi en ik naar Liverpool met de International Society. Het grootste deel van de dag waren Sara en Mimi wel alleen op pad, omdat zij ’s ochtends besloten hadden het Liverpool stadion te bezoeken, terwijl wij naar het Beatles museum gingen. “The Beatles story” was een privaat museum, vol met originele gitaren en andere “relieken” van de Beatles, maar vooral veel replica’s (zoals van The Cavern Bar, waar ze in hun beginjaren optraden). Een audiogids vertelde je alle interessante weetjes achter de beelden die je te zien kreeg. Het museum bevindt zich, zoals veel andere museums daar, in een omgebouwd pakhuis op Albert Dock, een prachtige plaats langs het water. De rest van de dag wandelden we door het centrum van Liverpool, dat uit een allegaartje van moderne en klassieke gebouwen bestaat. Door die vreemde combinatie en de “grauwe” sfeer, kan je Liverpool moeilijk een mooie stad in zijn geheel noemen, maar het is wel zo dat je er talloze prachtige plaatsen (zoals Albert Dock) en gebouwen vindt. De twee mooiste gebouwen zijn waarschijnlijk de kathedralen. De Metropolitan Cathedral is een hypermoderne kerk, die niet bijzonder mooi is langs buiten, maar wel fantastisch mooi als je er binnen stapt, vooral door het licht dat door de glasramen komt. De andere kathedraal is enorm groot en op zijn minst gezegd, bijzonder aan de binnenkant. Zo vind je er in de kerk een souvenirshop, een restaurant, een Britse rode telefooncel en verwijzingen naar de Titanic op de bogen (die Titanic-verwijzingen hebben we helaas niet gevonden, ondanks een uitgebreide zoektocht).
Ondertussen was in Manchester het jaarlijkse Literature Festival begonnen. Ik heb samen met Tim vier van de evenementen bezocht. Op 18 oktober gingen we naar het debat over Prize Culture, in het gebouw van de Anthony Burgess foundation. De interessantste conclusie was dat het eigenlijk beter is om een literaire prijs te laten toekennen door één enkel jurylid, in plaats van een panel te vormen. De reden daarvoor is dat alle panelleden heel verschillende meningen hebben over boeken, en dat het boek dat alle leden goed vinden, altijd maar gemiddeld en niet fantastisch zal zijn. Want een speciaal boek zal het ene jurylid haten, terwijl iemand anders het geniaal vindt. Op 19 oktober werden de Blog Awards uitgereikt in het Deaf Institute (misleidende naam, het is eigenlijk een café met luide muziek, dus enige link die er vandaag nog is met “deaf”, is dat je wel eens doof zou kunnen worden als je er te veel komt). We kregen er een groot aantal mooie, soms grappige, soms ontroerende kortverhalen te horen. Het beste evenement zagen we op 20 oktober: Superheroes of Slam finals. Bij “Slam” krijgt elke kandidaat exact 3 minuten de tijd om een zelfgeschreven gedicht zo origineel en enthousiast mogelijk te brengen. Daarna geeft een jury hem punten op zowel performance als inhoud. Het was een heel entertainende avond, met fantastische, soms hilarische gedichten en veel interactie met het publiek. De twee beste slammers namen het uiteindelijk tegen elkaar op in de finale en het was de beste performer die uiteindelijk won (hoewel ik de inhoud van de andere iets beter vond). Achteraf gingen we nog iets drinken in een café dat er langs buiten gezellig uitzag, maar dat allesbehalve bleek te zijn. Het was groot, maar wij waren de enigen daar, en er was geen muziek…
In het weekend van 22 en 23 oktober gingen Joy en ik met de International Society op “overnight trip” (met overnachting in een jeugdherberg) naar Bath. De zaterdag bezochten Joy en ik eerst Pulteney Bridge (door de winkeltjes op de brug een beetje vergelijkbaar met de brug in Firenze). Dan gingen we naar de Art Gallery, liepen we eens rond in de Bath Guild Market, en begonnen we te “queuen” voor de Roman Baths. Het Roman Bath stamt van de Romeinse tijd, en is gevuld met van nature warm water, dat uit een bron enkele meters verder aan de oppervlakte komt. Het bad en de gebouwen er rond zijn heel indrukwekkend. In het bijhorende museum kregen we heel wat achtergrondinformatie te horen, en zagen we delen van gebouwen die na verloop van tijd afgebroken zijn. Daarna wandelden we door de stad, tot aan The Circus (een rondpunt waarrond allemaal dezelfde huizen gebouwd zijn) en The Royal Crescent (een halfcirkelvormig gebouw, bestaande uit opnieuw allemaal dezelfde huizen). Eens het donker was, maakten we opnieuw een wandeling door de hele stad, waardoor we prachtige foto’s konden maken van onder meer de verlichte Pulteney Bridge, Royal Crescent en The Circus. We zagen ook het huis waar Jane Austen enkele jaren heeft gewoond. De volgende ochtend reden we met de bus naar Stonehenge (prachtig!), en in de namiddag hadden we nog wat tijd om de rest van Bath te zien. We spendeerden het meeste van onze tijd in musea. We bezochten het Fashion Museum (met een special over bruidsjurken), dat zich in de Assembly Rooms bevindt, en het Jane Austen Centre. We bezochten ook nog de Pump Room, een prachtige zaal die nu gebruikt wordt als restaurant. Daar dronken we van het spa water, waarvan verondersteld wordt dat het helende krachten heeft, maar dat eigenlijk echt niet lekker is, vooral door de voor drinkwater veel te hoge temperatuur.
Op 27 oktober gingen Tim en ik, met weerwolfmaskers naar het Halloweenfeestje van de International Society. Twee dagen later gingen we in de Odeon cinema (in Printworks, een vroegere drukkerij die omgebouwd is tot een fantastische plaats om uit te gaan, met restaurantjes, clubs en dus ook een cinema) naar Tintin kijken.
Het meeste van onze tijd eind oktober en begin november, spendeerden Joy en ik aan blokken voor onze Class Test van Critical and Cultural Theory en het schrijven van een 3000-word essay voor History of Text Transmission. Maar op 2 november was dat allemaal voorbij (of, in geval van het essay, zo goed als) en konden we gaan ontspannen met Martina, haar neef Juiseppe, Mirko, Toon, Tim, Joy en ik, in een café, met live jazz muziek op de achtergrond.
Op 3 november bezochten we met onze klas van History of Text Transmission de Chetham library in het centrum van de stad. Het is een prachtige eeuwenoude bibliotheek die me heel erg aan de verboden sectie van de bibliotheek van Harry Potter deed denken, onder andere door de hekken voor de rijen boeken. We mochten er eerste drukken van beroemde werken van onder andere Shakespeare en Milverton doorbladeren en kregen er te zien hoe de eerste drukpersen werkten. In de namiddag gingen Joy en ik voor de eerste keer naar Primark, een heel grote en spotgoedkope kledingswinkel. We keerden terug met zakken vol kleren en schoenen. ’s Avonds ging ik met Tim naar ons laatste literature event: de voorstelling van Anthony Horowitz’ Sherlock Holmes boek, in de prachtige Town Hall.
Remember, remember, the fifth of November! Want dan is het Bonfire night of Guy Fawkes night in Engeland. Toon, Tim, Joy, Martina, Mirko, Juiseppe en ik gingen naar Platt Field park om naar het vuurwerk en het eigenlijke bonfire te kijken. Er was enorm veel volk, maar er was heel veel sfeer, onder meer door de “fair”, de kermiskraampjes die er ook waren. Later die avond gingen Toon, Tim en ik nog met Jenny, een vriendin van Toon, naar het OK Café, in een “legaal” kraakpand (blijkbaar is het hier niet verboden om een huis te kraken). Een heel interessante ervaring. We voelden ons zo normaal in vergelijking met de “hippies” (die ons op het hart drukten dat het allemaal over togetherness en share the love gaat) dat wij er de alternatievelingen werden.
Op 6 november gingen Joy, Tim, Sara, Mimi en ik naar Blackpool met de International Society. Nog een andere, Duitse Sarah en Erin kwamen ook met ons mee en we splitsen ons uiteindelijk in twee groepen op. Tim, Sarah, Erin en ik gingen op de Blackpool Tower, een kleinere replica van de Eiffeltoren. We kregen er een 4D film te zien, wandelden over een glazen vloer, en hadden een prachtig zicht op de stad en de zee vanop de top van de toren. Na onze lunch, gingen Erin, Tim en ik naar Madame Tussaud’s. Daarna begon de zon onder te gaan en hadden we dus prachtige uitzichten toen we op het strand en de pieren liepen. Tim leefde zich ook nog uit op een cart. Blackpool is een paradijs voor kleine en grote kinderen. Je kan de stad misschien wel het best beschrijven als één groot pretpark. Het heeft een echt theme park (Pleasure Beach), maar ook op elk van de drie pieren staan er talloze attracties en kraampjes. De straat langs het strand heeft bovendien de meeste casino’s van heel Groot-Brittannië. ’s Avonds reden we nog door de Blackpool Illuminations: de hele stad (inclusief het reuzenrad en de toren) wordt tijdens de herfst verlicht met miljoenen lampjes.